Alles over sport logo

Je bent een fanatieke trainer van een jeugdteam. Een team dat bestaat uit spelers die vooral ook het met elkaar sporten belangrijk vinden. Jij als trainer vindt dat ook. Je wilt graag bijdragen aan een sfeer waarbij iedereen zich welkom voelt – ‘erkend en gekend’. Je doet hier erg je best voor, je bent bindend en hebt ook oog voor de verschillen tussen de kinderen’. En toch denk je wel eens ‘betrek ik iedereen er wel in gelijke mate bij en kunnen de kinderen wel voldoende zichzelf zijn binnen ons team?’

Iets wat je graag wilt, maar hoe pak je dan goed aan?

Jeugdspelers willen het gevoel krijgen ergens bij te horen. Daarom is het belangrijk dat ook in de sport relationele en sociale vermogens, zoals onderlinge betrokkenheid, aardig zijn en zorgen voor elkaar, bewust worden ontwikkeld. Weet je bijvoorbeeld als trainer de namen van de kinderen, hoe ze op het school doen en welke vriendjes ze hebben?

Iedereen wil zich gezien voelen en het oprechte gevoel hebben ertoe te doen, zowel in de sport als daarbuiten. Erkennen en waarderen van individuele verschillen tussen kinderen draagt ertoe bij dat er een klimaat ontstaat waarin kinderen voelen dat er om hun wordt gegeven.

Een trainer die goed kan inschatten wanneer een kind een aai over de bol nodig heeft of een extra aanwijzing die zorgt voor een klimaat waar kinderen zich thuis voelen. De club als een tweede thuis wordt dan ook werkelijk zo door de kinderen ervaren

TIPS


Als coach/trainer kun je bijdragen aan een omgeving waarbinnen kinderen zich gekend en erkend voelen. Deze 10 tips kun je makkelijk gebruiken tijdens het trainen en coachen.

1. Stimuleer onderlinge binding

Bevorder het Wij-gevoel door bijvoorbeeld altijd te spreken in wij-termen. Behandel op individueel niveau iedereen hetzelfde en voorkom ‘favorieten hebben’

2. Blijf altijd kalm, beheerst en geduldig

Probeer als trainer/ coach altijd ‘voorspelbaar’ te zijn, zodat kinderen weten hoe je reageert en een gevoel van vertrouwdheid krijgen en ervaren. Het goede voorbeeld geven creëert een sfeer van vertrouwdheid en geborgenheid.

3. Luister empathisch

Oprechte belangstelling in de ander begint met ‘goed luisteren’. Dit betekent kinderen laten uitpraten, niet al bezig zijn met wat je zelf wilt zeggen, maar invoelend luisteren zonder een beoordelend kader.

4. Heb oog voor verschillen en ken de kinderen

We zijn allemaal verschillend en zo is het ook met kinderen. De een leert snel, de ander heeft wat extra uitleg nodig. De een heeft altijd een voorbeeld nodig, de ander heeft aan een half woord genoeg. De een kan zich goed concentreren, de ander heeft een iets andere concentratieboog. De een kun je wat directer aanspreken, de ander wat omzichtiger. En de een heeft een rustige thuissituatie, bij de ander is het wat onrustiger thuis. Heb oog voor deze verschillen en zorg ervoor dat je de verschillen niet alleen ziet, maar accepteer ze ook.

5. Betrek ouders

Met kinderen zijn altijd ook de ouders betrokken. Probeer in je team ouders te betrekken door ze, als de kinderen dit ook willen, onderdelen van de training te laten geven. Maak vooraf afspraken over wat wel en niet kan, bij trainingen en wedstrijden.

6.  Ontwikkel een antenne voor groepsprocessen

Binnen een groep is altijd sprake van onderlinge beïnvloeding. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Kijk eens in je groep; wie neemt vaak het voortouw, wie doen altijd samen de oefeningen, wie heeft veel invloed op anderen binnen het team, wie sust conflicten en naar wie wordt geluisterd. Neem eens de tijd om met zo’n bril naar je groep te kijken en je zult zien dat er nieuwe dingen zijn die je opvallen.

7. Wees altijd ondersteunend

In sport zijn er momenten van plezier, maar ook  van teleurstelling. Bij teleurstelling is het extra belangrijk dat je er als coach bent om te ondersteunen en vertrouwen te laten zien ‘in woord en daad’.

8. Toon oprechte interesse

Als trainers en coaches oprecht geïnteresseerd zijn in hun sporters dan blijken ze met meer plezier naar de trainingen en wedstrijden te komen. Het is belangrijk een sporter niet alleen te zien als ‘iemand die een bepaalde prestatie wil leveren’, maar als een ‘totale’ mens die ook in andere zaken is geïnteresseerd.

9. Heb oog voor betrokkenheid leeftijdgenoten

Zo rond de pubertijd is de invloed van ‘peers’ vaak nog groter dan van volwassenen (ouders, trainers, coaches). Maak hier gebruik van in je trainingen en laat kinderen elkaar helpen.

10. Reflecteer ook op jezelf

Iedereen kan leren, ook jij als trainer/coach. Sta regelmatig stil bij hoe je training geeft en coacht. Vraag eens aan anderen wat ze van je manier van trainen en coachen vinden. Vraag het ook aan de kinderen zelf.

Meer informatie en inspiratie?


Op zoek naar meer informatie en inspiratie voor het creëren van een zorgzaam klimaat? Bekijk de praktijkvoorbeelden en praktische instrumenten.